Skip to main content

Klik op de tekening voor een vergroting.

I have a dream

Het waargebeurde verhaal van Harcourt Klinefelter uit Steenwijkerwold 

‘Met elkaar leven als broeders en zusters’, Harcourt Klinefelter verspreidt deze denkwijze van Martin Luther King nog steeds. De nu Nederlandse Amerikaan was in 1965 persvoorlichter van niemand minder dan Dr. Martin Luther King zelf, dominee en strijder voor burgerrechten, tegen rassenscheiding en voor gelijke rechten voor zwarte en witte mensen in Amerika. Misschien kennen jullie de uitspraak ‘I have a dream’, uit Kings beroemde speech in 1963. Harcourt Klinefelter en zijn vrouw Annelies wonen nu al jaren in Steenwijkerwold. Zij verspreiden nog dagelijks de ideeën van Martin Luther King.

Schrijfster Daniëlle Schothorst en illustrator Géwout Esselink interviewden Harcourt in december 2023 voor dit verhaal. Op nadrukkelijk verzoek van Harcourt spreken we in het verhaal over ‘witten’ en ‘zwarten’. Zo was het woordgebruik in de tijd van rassenscheiding in Amerika en soms wordt er nog steeds zo gesproken. Wij spreken nu over ‘witte mensen’ en ‘zwarte mensen’. Welke kleur je ook bent, we zijn allemaal gelijkwaardige mensen.

Amerika, 1966


      ‘Ik kan niet wachten,’ roept Yolanda. ‘Een pretpark! We gaan morgen naar een pretpark! Vader, hoe zou dat zijn? Is het eng, is het spannend, wat gaan we daar allemaal doen? Is er ook een achtbaan?’ Yolanda stuitert door de kamer. Haar broertjes Martin Luther King de derde en Dexter stuiteren met haar mee. Alleen hun jongste zusje Bernice speelt rustig met haar poppen.

Dr. Martin Luther King aait zijn jongste dochter over haar bol.

      ‘Ik weet het niet,’ zegt hij. ‘Toen ik een kind was, waren pretparken voor zwarten verboden. Dus ik ben er zelf nog nooit geweest. Pas sinds een kleine twee jaar mogen zwarten er naar toe.’

      ‘Waarom zijn we dan niet eerder naar een pretpark gegaan?’ vraagt Dexter.

Martin lacht.

      ‘Geen tijd. Ik heb het te druk gehad. Ik blijf strijden voor gelijke rechten voor zwarten en witten. Want gelijke rechten, dat is de basis voor ons bestaan.’

      ‘Weet ik vader,’ zegt Dexter. ‘Maar als we al bijna twee jaar eerder naar een pretpark mochten, dan had ik dat ook graag eerder gewild. U niet dan?’

      ‘Tuurlijk,’ antwoordt Martin. ‘Maar voor alles komt een tijd en de tijd om een pretpark te verkennen is morgen… En we gaan niet alleen. Mijn persvoorlichter Harky, Harcourt Klinefelter, gaat met ons mee.’

Het is druk in het pretpark. Bezoekers joelen en gillen van plezier. Muziek klinkt vrolijk door de lucht. Zwarten en witten lopen door elkaar en gaan gezamenlijk in de verschillende attracties. 

      ‘Dr. King,’ zegt Harky tegen Martin terwijl hij om zich heen kijkt, ‘wie had dit een paar jaar geleden gedacht? Dat een groot deel van uw droom uit zou komen. Er staan geen bordjes met “alleen voor witten” in dit pretpark. Bij de wc’s geen bordjes “mannen, vrouwen en zwarten”. Nu zijn er alleen nog verschillende wc’s voor mannen en vrouwen.’

Dr. King knikt.

      ‘Dat hebben we voor elkaar gekregen. Het was een lange strijd, maar kijk eens wat we tot nu toe bereikt hebben!’

Even laat Martin zijn gedachten gaan over zijn speech in 1963.

      ‘I have a dream,’ mompelt hij.

Zijn droom, zijn vurige wens was en is, dat mensen op hun gedrag en niet op hun huidskleur worden beoordeeld. Gelijke rechten voor iedereen. Stapje voor stapje komt het uitkomen van zijn droom dichterbij. Het is een strijd, een lange strijd, zonder geweld. Wel meer dan 250.000 mensen woonden zijn speech live bij. Zowel zwarten als witten. Er was saamhorigheid, met als doel iedereen als gelijken te behandelen en iedereen een gelijke stem te geven.
En kijk nu eens, denkt hij. Mijn kinderen mogen in een pretpark. Ze mogen overal komen. In elke winkel. In de bus mogen ze zitten waar ze willen zitten, niet meer alleen achterin. Dat is wat er bereikt is, denkt hij. Maar we zijn er nog niet… We zijn er nog lang niet.
Martin denkt aan de armoede waarin veel zwarten leven. Slechte omstandigheden, waar echt verbetering in moet komen. Betere zorg, niet alleen voor witten, maar voor iedereen. Respect voor elkaar. Hij gaat door met de strijd tegen rassenscheiding van witten en zwarten, zonder geweld te gebruiken.
Martin denkt aan de Nobelprijs voor de Vrede die hij in 1964 gewonnen heeft. In een flits denkt hij ook aan zijn eigen leven. Iemand die hem haat, kan hem op elk moment iets aandoen. Hem of zijn gezin. Hij denkt aan de bomaanslag op zijn huis, de messteek die hij in zijn borst kreeg en de talloze keren dat hij is opgepakt. Alles voor de strijd voor gelijke rechten en vreedzaam leven. Dan haalt een onbekende stem hem uit zijn gedachten.

Dominee King?’ vraagt een wildvreemde man. ‘Dr. King, mag ik uw handtekening? Ik ben een groot bewonderaar van u.’

      ‘Ook hier heb je fans,’ zegt Harky tevreden. ‘Ik zie er al meer op ons afkomen.’

Martin geeft de man zijn handtekening.

      ‘God zij met u,’ zegt hij.

Nog voor hij de volgende handtekening kan zetten, hoort hij zijn dochter roepen.

      ‘Vader!’ gilt Yolanda. ‘Vader, kijk eens wat ik heb gekregen?’

Martin ziet zijn dochter stralen. Ze houdt kaartjes in haar hand.

      ‘Kaartjes voor de achtbaan,’ roept ze. ‘We hebben gratis kaartjes voor de achtbaan gekregen. De man van het loket is een groot fan van u en een groot bewonderaar. Kunt u hem ook een handtekening geven?’

Yolanda dartelt al richting de achtbaan.

      ‘Oef,’ zegt Martin. ‘Een achtbaan…’

      ‘Ai,’ zegt Harky. ‘We moeten dus in de achtbaan…’

      ‘Waaah!’ gillen Martin Luther King de derde en Dexter uitgelaten, ‘we gaan in de achtbaan!’

Langzaam ratelt het karretje naar boven. Harky ziet hoe onder hem de vaste grond steeds verder weg is. Zijn handen omklemmen de beugel die hen op hun plaats houdt. Zijn knokkels zijn wit. Martin kijkt nog redelijk ontspannen. Met veel gekreun en gepiep stijgt het karretje hoger en hoger. De top van de achtbaan komt dichterbij. Op het hoogste punt blijft het karretje een seconde hangen. En dan roetsjt het naar beneden, sneller en sneller. IJzingwekkend snel duiken ze omlaag, een bocht om, weer omhoog, omlaag, van links naar rechts, van boven naar beneden.     

      ‘Ahhhh!’ gilt Dr. King.

      ‘Ahhh!!!’ gilt Harky.

      ‘Waaaaahhhhh!’ joelen de kinderen als uit één mond.

De rit duurt niet lang, maar voelt als oneindig. Eindelijk minderen ze vaart. Met piepende remmen komen ze tot stilstand.

      ‘Geweldig!’ joelt Yolanda. ‘Vader, was dit niet fantastisch? Vader? Vader waarom zegt u niets?’

Martin en Harky klimmen wiebelig uit het karretje. Met knikkende knieën staan ze op het gras.

      ‘Waaah, wat was dit geweldig!’ roept Yolanda nog eens enthousiast.

      ‘Waanzinnig!’ roepen de jongens.

      ‘Wat afschuwelijk,’ zegt Harky, uit de grond van zijn hart.

Martin slaakt een diepe zucht.

      ‘Ik ben nergens bang voor,’ zegt hij. ‘Maar dit was echt vreselijk. Wat een nachtmerrie. Ik weet dat ik gevaar loop met mijn ideeën en speeches, maar daar heb ik tenminste controle over. Nu was ik echt alle controle kwijt. Vreselijk, echt vreselijk. Maar… naast deze nachtmerrie heb ik een droom. Een droom waarin iedereen gelijk is. En die droom is deels uitgekomen. Dat hebben we vandaag beleefd!’

De dag vliegt voorbij. De kinderen zijn razend enthousiast en uitgelaten. Dan is het tijd om naar huis te gaan. Yolanda holt een stukje vooruit, blijft ineens staan en draait zich om.

      ‘Vader,’ zegt ze met een grote lach op haar gezicht, ‘ik voelde me echt vrij vandaag!’



     

Luisterverhaal

Klik op de play knop om het verhaal te beluisteren.

Dit verhaal is voorgelezen door:

Tessa Neele

Lesbrieven