Skip to main content

Klik op de tekening voor een vergroting.

Spelletjesdag

‘Spelletjesdag!’ gilt Calvin opgewonden. ‘Mam, morgen is het Spelletjesdag!’
      ‘Dat weet ik,’ zegt mama. Ze aait Calvin over zijn bol. ‘Je weet dat je niet overal aan mee kunt doen hè,’ zegt ze.
Calvin kijkt bedrukt. Hij wil overal aan meedoen! Natuurlijk weet hij dat hij niet kan zaklopen. Of lopend een eierrace kan doen. De eierrace kan hij wel in zijn rolstoel doen, maar dan moet iemand hem duwen. Misschien wil Anischa dat wel doen. Of Rowan of Lanka. Al willen die vast op het grote plein blijven en niet met hem op het kleuterplein spelletjes doen. Hij weet het al, hij vraagt of Teun hem wil duwen!
‘Kom,’ zegt mam. ‘We gaan naar paardrijles. Anders komen we nog te laat!’
Calvin rolt behendig zijn rolstoel de deur uit.

In de manege is het druk. Calvin rijdt naar de stal van Bles.
‘Ben je er klaar voor Bles?’ vraagt hij, terwijl hij zijn cap opzet. ‘Ik heb reuzeveel zin in de les!’
Bles briest zacht en duwt zijn neus in Calvins handpalm.
‘Wil je wat lekkers?’ vraagt hij.
Bles hinnikt zachtjes terwijl Calvin een wortel uit zijn tas vist. Dan wordt Bles opgezadeld en Calvin op zijn rug getild door Bas. Paardrijden vindt Calvin geweldig. Het voelt net alsof de benen van Bles even zijn benen zijn. Voor zijn gevoel kan hij op die manier lopen, althans voor even dan. Hij voelt zich vrij en ongehinderd. Dat Calvin in een rolstoel zit, vindt hij niet erg. Hij weet niet beter. Hij heeft nooit kunnen lopen. Maar paardrijden geeft hem toch een gevoel van vrijheid. En Bles is ook nog eens het liefste paard van stal.
De les gaat goed. Calvin kan al steeds beter rijden. En Bles luistert ook zo lief. Calvin baalt dat de les al zo snel is afgelopen. Nu moet hij weer een hele week wachten voor hij weer mag rijden! Na de les ziet hij zijn moeder met Bas praten.
‘Hebben jullie het over mij?’ vraagt Calvin.
‘Nee hoor,’ zegt mam snel. Maar haar hoofd wordt rood en dat van Bas ook.
‘Nou,’ zegt mam tegen Bas, ‘eh… tot volgende week dan maar.’
Bas knikt, maar Calvin ziet nog net dat hij een knipoog geeft.
‘Tot de volgende keer maar weer,’ zegt hij met een grijns.
‘Waar hadden jullie het over?’ vraagt Calvin als ze naar huis rijden.
‘Nergens over,’ zegt mam. Maar Calvin gelooft het niet helemaal.

De volgende ochtend gaat de wekker heel vroeg.
      ‘Spelletjesdag!’ juicht Calvin.
Lanka tilt hem uit bed en helpt hem met aankleden.
‘Ik heb er ook zin in,’ zegt ze. ‘Spelletjesdag is de leukste dag van het jaar. We krijgen een hamburger en een ijsje, wist je dat?’
‘Echt?’ vraagt Calvin. ‘Dan is Spelletjesdag ook mijn lievelingsdag!’
Het is druk op het schoolplein. Overal hangen vlaggetjes en er dreunt gezellige muziek uit de boxen. Iedereen ziet er feestelijk uit. Calvin rolt het schoolplein op.
‘Eierrace is daar mam,’ roept hij. Als Teun me duwt kan ik misschien wel winnen!’
‘Er zijn geen prijzen hoor,’ zegt mam. ‘Het is voor de lol.’
Maar Calvin hoort haar al niet meer. Behendig slingert hij zijn rolstoel over een parcours.
      ‘Dat doe je goed,’ zegt juf lachend. ‘Hier is je stempelkaart. Bij elk spelletje krijg je een vinkje. En als je alle spelletjes gedaan hebt, kun je een hamburger en een ijsje halen.’
‘Lekker,’ roept Calvin en hij sjeest weg, op zoek naar Teun. Samen volgen ze het parcours met spelletjes. Darten gaat best goed. Blikgooien gaat super. En de eierrace gaat geweldig. Teun duwt en Calvin kan zijn beide handen gebruiken om het ei op de lepel te houden. Het ei valt maar één keer, terwijl Teun het wel drie keer laat vallen. Dan komen ze bij het laatste spel aan. Zaklopen …
‘Sla deze maar over,’ zegt juf. ‘Kom maar, ik zet wel een vinkje op je kaart.’
Calvin schudt zijn hoofd.
‘Ik wil alles kunnen,’ zegt hij met zachte stem. ‘Stomme rolstoel,’ zucht hij.
Maar dan hoort hij een bekend geluid. Klik, klak, klik, klak …
‘Klik, klak,’ zegt Calvin verwonderd. ‘Dat klinkt als een paard!’
En ja hoor, daar komen Bas en zijn moeder aan. Met Bles helemaal opgezadeld!
‘Wilde er hier iemand zaklopen?’ vraagt Bas. ‘Zoiets hoorde ik toevallig gisteren op de manege.’
‘Ja!’ juicht Calvin, zo hard dat Bles er een klein beetje van schrikt.
‘Sorry Bles,’ sust Calvin.
‘Kom,’ zegt Bas. ‘Ik til je erop.’
Juf geeft Bas een jutezak. Die gaat om zijn linkerbeen. Een tweede zak krijgt Calvin om zijn rechterbeen. En dan rijden ze het parcours met de andere zaklopers. Het is natuurlijk niet hetzelfde, maar Calvin voelt weer die vrijheid. En dat de benen van Bles een beetje zijn benen zijn. Drie keer raden wie het snelst is …

Luisterverhaal

Klik op de play knop om het verhaal te beluisteren.

Dit verhaal is voorgelezen door:

Tessa Neele

Lesbrieven